De Kust van het Licht - deel 2
De Costa de la Luz heeft naast het mooie witte dorp en de surf hotspot El Palmar, nog een paar pareltjes die het ontdekken waard zijn!
Laten we vanuit het zuidelijkste puntje beginnen bij Tarifa en dan via de stranden en nog een wit dorpje, eindigen we in de havenstad Cadiz.
Tarifa
Havenstad Tarifa markeert het begin van de Costa de la Luz, die doorloopt tot aan de grens met Portugal, 500 km verderop. De stad waar de wind elke dag vrij spel heeft, is een mekka voor wind- en kitesurfers. Het staat bekend als het meest zuidelijke punt van het Europese vasteland, waar de Middellandse zee de Atlantische Oceaan ontmoet; de smalle straat van Gibraltar.
Het oude centrum heeft een bohemian sfeer, met veel kleine winkels, cafés en restaurants. Het wordt omarmd door middeleeuwse stadsmuren en het heeft een wirwar van straatjes, pleinen en witte stegen.
Op een uur varen vanaf Tarifa ligt Tanger. Dagelijks vertrekken vanuit Tarifa de veerboten. Ideaal om een beetje Afrika op te snuiven: met handelaren die graag willen verkopen, gesluierde vrouwen en gekruid eten.
Wil je niet helemaal naar Afrika varen, maar wel op het water zijn, dan moet je zeker walvissen gaan spotten! In de doorgangsroute tussen beide zeeën zwemmen dolfijnen, orka´s en walvissen. Vanuit de haven van Tarifa varen dagelijks boten om de dieren van dichtbij te bekijken.
En de grootste trekpleisters van de stad zijn uiteraard de stranden! De kust van Tarifa strekt zich uit in westelijke richting tot aan de baai van Zahara de los Atunes. De ideale plek om een keer te gaan surfen of kitesurfen!
De Playas
De playas, stranden, van de Costa de la Luz worden gerekend tot de mooiste van Spanje en zelfs van Europa. Het zijn brede en kilometerslange stroken met zacht geel zand, omringd door duinen en pijnboombossen, gevoerd door kristalhelder water uit de Atlantische oceaan.
Doordat grote delen van de kustlijn zijn uitgeroepen tot beschermd natuurgebied is er slechts op een paar plekken gebouwd tot op het strand zelf. Met als resultaat een kuststrook vol vrijwel maagdelijke stranden, verborgen baaien, hoge kliffen en bizarre zandheuvels.
Vanuit Tarifa kom je eerst langs Playa los Lances. Het strand is door de gemeente aangewezen voor windsurfers en kitesurfers. Net als Valdevaqueros, het volgende strand. Een icoon van de Costa de la Luz en wereldwijd beroemd als hotspot voor kitesurfers. Het is een maagdelijk strand, op enkele chiringuitos, strandtentjes, na (in de zomer) en begrensd door het hoge zandduin. Het is de plek om de internationale kitesurf-top over het water te zien scheren. Pas wel op voor de loslopende koeien door de duinen en over het strand!
Daarna volgen nog Punta Paloma en Bolonia om in Zahara de los Atunes aan te komen. Punta Paloma is een magische plek, een mini-versie van de Sahara, want je waant je midden in de woestijn. En in Bolonia, met zijn kristalheldere water en de Duna de Bolonia, is het ook heerlijk vertoeven.
De tocht langs de stranden eindigt bij Zahara de los Atunes, een kleine authentieke Spaanse nederzetting, gelegen direct aan de oevers van de Atlantische Oceaan. Het dorp is bij de Spanjaarden uit de streek geliefd als gastronomische dagtrip, door het grote aanbod van goede keukens.
Verzameling kleine dorpen
Na Zahara de los Atunes kom je eerst nog langs Barbate, waar de visserij, vooral de vangst van Tonijn, altijd een centrale rol heeft gespeeld in de lokale economie en cultuur.
De traditionele vangsttechniek genaamd ´Almadraba´ wordt hier nog steeds beoefend.
Barbate is geen mooie, maar wel een levendige stad. En als liefhebber van atún, tonijn, zit je hier perfect!
De weg van Barbate naar Caños de Meca voert door het brocolli-bos. De lokale bijnaam van natuurpark La Breña. Als je er doorheen rijdt, begrijp je wat hiermee bedoeld wordt 🙂
Dit is het begin van een bijzonder deel van de Costa de la Luz. Een verzameling kleine dorpen langs en op het strand, afgewisseld met landbouwgrond, bosgebieden en zandduinen. Het is ook het meest relaxte deel van de kust van het licht, waar alleen in juli en augustus de stranden volstromen en surfers het hele jaar door de toon zetten.
Los Caños de Meca, waar in de winter de rust overheerst, is in de zomer zeer geliefd bij de Spanjaarden. Net als het volgende dorp, Zahora. Dat leidt ook een rustig voortkabbelend bestaan, maar komt tijdens de zomermaanden compleet tot leven.
Vervolgens rijd je langs El Palmar, de hotspot voor body surfers uit mijn vorige blog, en kom je uit in Conil de la Frontera.
Conil de la Frontera, het witte dorp langs de kust dat je in de verte al ziet liggen. Het zijn vooral de bochtige straatjes en pleinen die de stad met 25.000 inwoners charme geven. Conil is een levendige plek, met het hele jaar door reuring op alle fronten. Het heeft een gezellige boulevard, waar typisch Spaanse huizen worden afgewisseld met restaurants en terrasjes en het oude centrum zit vol met leuke winkeltjes en restaurantjes.
In juli en augustus stroomt Conil vol met Spaanse toeristen en stijgt het inwonersaantal tot boven de 100.000! Parkeren is in die periode een probleem, maar het is wel een hele leuke en gezellige tijd.
Voorbij Conil heb je nog de stranden van Roche en een verborgen pareltje: Cala del Aceite.
Het zit best verstopt, maar volg gewoon google maps en dan kom je er! Het is een hele mooie baai, waar het heerlijk vertoeven is! En als de zee rustig is, dan is het water kristalhelder. In de zomermaanden zit er een tentje waar je lekker kan eten en je kan ook nog een mooie wandeling maken over de hoge rotsen met zijn rode zand.
Cadiz
We eindigen deze reis in Cadiz; de oudste stad van Europa en ook wel ´Klein Havana´ genoemd. Cadiz ligt op een smalle landtong die uitsteekt in de baai van Cadiz aan de Atlantische Oceaan. Het wordt ook wel ´Klein Havana´ genoemd vanwege opvallende overeenkomsten tussen de twee steden, zoals de overvloed aan koloniale architectuur met prachtige balkons en kleurrijke gevels en de promenades langs de kust om te wandelen, te ontspannen en te genieten van het uitzicht op de Oceaan.
Cadiz is een authentieke Spaanse havenstad met een prachtig eeuwenoud centrum. Je slentert door smalle straatjes, over statige pleinen, door een stadspark met zeezicht en langs een baai om bij weg te dromen.
Gaditanos, zoals ze de bewoners noemen, halen het beste uit het leven, iedere dag weer en als bezoeker kun je moeiteloos aanschuiven. Bijvoorbeeld op een van de terrassen op de grote pleinen, die volstromen rond lunchtijd en in de middag een speeltuin worden voor kinderen. In de soms goed verstopte barretjes in de smalle straten hangt de geur van verse vis, vermengd met sherry en het bloed, zweet en de tranen van flamencozangers. En altijd is er zicht op het water, de oude vestingmuren, de historie van wat ooit een van de meest welvarende steden van Europa was.
Stranden Cadiz
Cadiz heeft verschillende stranden, aan de westkant van de stad. Kilometers lang zacht zand, met hier en daar een rotspartij, compleet met strandtenten en een boulevard.
De baai van La Caleta grenst, beschut tussen twee kastelen, aan het historisch centrum. De andere stranden zijn te vinden langs het nieuwe gedeelte van de stad. Zoals Santa Catarina del Mar, 630 meter lang en vooral geliefd bij surfers. Playa Victoria is het meest bezochte strand, waar de Gaditanos elkaar treffen.
Het carnaval van Cadiz
De inwoners van Cadiz staan door heel Spanje bekend als levensgenieters. Gaditanos houden van feestvieren, zingen, dansen, praten en lekker eten. Dat komt allemaal bij elkaar tijdens het jaarlijkse carnaval in februari, wanneer de stad bijna letterlijk uit haar voegen knalt voor het grootste straatfeest der verklede mensen ter wereld – na Rio de Janeiro.
Tien dagen lang stromen de straten vol en valt het openbare leven stil. Je kunt in het klein feest vieren door een wijk in te stappen en je mee te laten voeren door alle tradities en gebruiken die daarbij horen. Of je kiest voor feestvieren in het groot, met de spektakels op het plein, de grote optocht over de Avenida de Andalucia en de optredens in het theater Gran Falla. De data van het carnaval wisselen per jaar, maar het programma blijft ieder jaar hetzelfde. Kom jij binnenkort feestvieren als een echte Gaditano? 😉